gramaro.io

Participles

Wat zijn deelwoorden

In deze sectie beschrijven we wat deelwoorden precies zijn in de Engelse grammatica. We geven een overzicht van de functie en de rol die ze spelen in zinnen.

Deelwoorden in het Engels zijn vormen van een werkwoord die verschillende rollen in een zin kunnen vervullen. Er zijn twee soorten deelwoorden: het onvoltooid deelwoord (present participle) en het voltooid deelwoord (past participle).

  • Het onvoltooid deelwoord eindigt altijd op -ing. Het wordt gebruikt:
    • Om de voortdurende tijd te vormen. Bijvoorbeeld:
      "She is singing." - "Zij is aan het zingen."
    • Als bijvoeglijk naamwoord. Bijvoorbeeld:
      "A running man." - "Een rennende man."
    • Na bepaalde werkwoorden zoals "stop", "start", "enjoy" enz. Bijvoorbeeld:
      "I enjoy reading." - "Ik geniet van lezen."
  • Het voltooid deelwoord heeft meestal een onregelmatige vorm of eindigt op -ed voor regelmatige werkwoorden. Het wordt gebruikt:
    • Om de voltooide tijd te vormen. Bijvoorbeeld:
      "He has eaten." - "Hij heeft gegeten."
    • Als bijvoeglijk naamwoord. Bijvoorbeeld:
      "Boiled water." - "Gekookt water."
    • Na hulpwerkwoorden zoals "have" en "be". Bijvoorbeeld:
      "They were taken." - "Zij werden genomen."

Deelwoorden zijn dus veelzijdig en essentieel voor het juiste gebruik van Engelse tijden en beschrijvingen.

Hoe worden deelwoorden gevormd

In deze sectie leggen we uit hoe deelwoorden worden gevormd. Participles of deelwoorden in het Engels kunnen zowel regelmatige als onregelmatige vormen hebben.

Regelmatige deelwoorden worden meestal gevormd door -ed aan het werkwoord toe te voegen. Hieronder volgt een lijst van deze vormen:

  • talk - talked: praten - gepraat
  • play - played: spelen - gespeeld
  • watch - watched: kijken - gekeken

Onregelmatige deelwoorden volgen geen vast patroon en moeten vaak uit het hoofd worden geleerd. Enkele veelvoorkomende voorbeelden zijn:

Infinitief Verleden tijd Voltooid deelwoord
go went gone: gaan - gegaan
be was/were been: zijn - geweest
write wrote written: schrijven - geschreven

Het is belangrijk op te merken dat er in sommige gevallen dubbele klinkers of andere veranderingen kunnen optreden in de spelling bij de overgang naar de deelwoordvorm.

Wanneer gebruik je deelwoorden

Deelwoorden zijn een belangrijk onderdeel van de Engelse grammatica en worden vaak gebruikt in verschillende contexten en constructies. Hier leggen we uit in welke situaties deelwoorden meestal worden gebruikt. Deze sectie schetst typische contexten en constructies waarin ze voorkomen.

  • Bijvoeglijke bepalingen: Deelwoorden kunnen gebruikt worden als bijvoeglijke bepalingen om zelfstandige naamwoorden nader te omschrijven.
    • The broken vase was on the table. - De gebroken vaas stond op de tafel.
    • She picked up the fallen leaves. - Ze raapte de gevallen bladeren op.
  • Hulpwerkwoorden: Deelwoorden komen vaak voor in combinatie met hulpwerkwoorden om tijden en aspecten te vormen, zoals de voltooide tijd.
    • They have finished their homework. - Zij hebben hun huiswerk afgemaakt.
    • She had forgotten the meeting. - Ze was de vergadering vergeten.
  • Continued actions: Het deelwoord kan ook worden gebruikt om een voortdurende handeling te beschrijven.
    • He is running in the park. - Hij is in het park aan het rennen.
    • They are swimming in the pool. - Zij zijn in het zwembad aan het zwemmen.
  • Passieve vormen: In de passieve vorm van de zin wordt vaak een deelwoord gebruikt om aan te geven wie of wat de actie ondergaat.
    • The book was written by the author. - Het boek werd door de auteur geschreven.
    • The cookies were baked yesterday. - De koekjes werden gisteren gebakken.
Engels Nederlands
The jumping cat surprised us. De springende kat verraste ons.
She saw the crying baby. Ze zag de huilende baby.

Waarom zijn deelwoorden belangrijk

Deze sectie behandelt het belang van deelwoorden binnen de Engelse grammatica en hun invloed op de betekenis en structuur van zinnen.

Deelwoorden zijn vormen van werkwoorden die vaak worden gebruikt als bijvoeglijke naamwoorden of om verschillende tijden te vormen. Het begrijpen van deelwoorden is cruciaal omdat ze ons helpen om complexere en betekenisvollere zinnen te maken.

Waarom zijn deelwoorden belangrijk?

  • The broken vase - De gebroken vaas
  • The running water - Het stromende water
  • A sleeping child - Een slapend kind

Bij elk van deze voorbeelden zie je hoe het deelwoord wordt gebruikt om extra informatie te geven over een zelfstandig naamwoord.

Daarnaast worden deelwoorden ook gebruikt in samengestelde tijden:

  • She has eaten - Zij heeft gegeten
  • They were singing - Zij waren aan het zingen
  • He is writing - Hij is aan het schrijven

Bij het vormen van de verleden tijd en de voltooide tijd spelen deelwoorden een belangrijke rol in de structuur van de zin. Ze zijn essentieel voor het aangeven van de tijdlijn waarop een actie plaatsvindt.

Gebruik in verschillende zinsstructuren:

Zin Vertaling
Sitting in the garden, he read a book. Zittend in de tuin, las hij een boek.
Confused by the question, she didn't answer. In de war door de vraag, gaf ze geen antwoord.

In bovenstaande zinnen zie je hoe deelwoorden zinsdelen kunnen verbinden en extra context bieden.

Welke soorten deelwoorden zijn er

In deze sectie bespreken we de verschillende typen deelwoorden, zoals tegenwoordige en verleden deelwoorden, en hun specifieke eigenschappen.

Er zijn twee hoofdtypen van deelwoorden in het Engels: tegenwoordige deelwoorden en verleden deelwoorden.

  • Tegenwoordige deelwoorden eindigen meestal op -ing en worden gebruikt om een voortdurende actie aan te geven. Bijvoorbeeld:
    • Running - Lopen
    • Eating - Eten
    • Playing - Spelen
  • Verleden deelwoorden eindigen vaak op -ed, -d, of worden anderszins onregelmatig gevormd, afhankelijk van het werkwoord, en ze worden gebruikt om voltooide acties aan te duiden of als bijvoeglijk naamwoord. Bijvoorbeeld:
    • Talked - Gesproken
    • Bought - Gekocht
    • Eaten - Gegeten

Een tegenwoordige deelwoord kan ook gebruikt worden als bijvoeglijk naamwoord om een eigenschap van een zelfstandig naamwoord te beschrijven:

  • The laughing child - Het lachende kind
  • A shining star - Een stralende ster

Evenzo, een verleden deelwoord kan als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt om een toestand of voltooide actie te beschrijven:

  • A broken vase - Een gebroken vaas
  • Cooked vegetables - Gekookte groenten

Daarnaast worden deelwoorden vaak gebruikt in deelwoordconstructies om zinnen te verbinden of aanvullingen te maken:

  • Having finished the work, she went out. - Nadat ze het werk had afgerond, ging ze naar buiten.
  • Known for its beauty, the city attracts many tourists. - Bekend om zijn schoonheid, trekt de stad veel toeristen aan.

Test je kennis

Vorm de zin door de juiste woorden in de juiste volgorde te kiezen.

Zij voelde haar hart kloppen. - Vertaal deze zin naar het Engels.

Voorbeelden van gebruik Participles

  • She felt her heart pounding. - Zij voelde haar hart kloppen.
  • He was glaring at Hagrid and his fists were clenched. - Hij staarde naar Hagrid en zijn vuisten waren gebald.
  • I was painting my apartment. - Ik was mijn appartement aan het schilderen.
  • I don't want to be distracted. - Ik wil niet afgeleid worden.
  • I don't like being touched. - Ik houd er niet van aangeraakt te worden.
  • He felt his panic growing. - Hij voelde dat zijn paniek groeide.
  • I was trusting my intuition. - Ik was mijn intuïtie aan het vertrouwen.
  • We were discussing his alibi. - We waren zijn alibi aan het bespreken.
  • I don't want to be hurt. - Ik wil niet gekwetst worden.
  • She was doing her job. - Zij was haar werk aan het doen.
  • I was enjoying our talk. - Ik was aan het genieten van ons gesprek.
  • I nodded, accepting his rules. - Ik knikte, zijn regels accepterend.
  • I felt my chest shaking. - Ik voelde mijn borst schudden.
  • He was following your example. - Hij volgde jouw voorbeeld.
  • I was leaving her office. - Ik was haar kantoor aan het verlaten.
  • You're the crowned prince. - Jij bent de gekroonde prins.
  • I need a written recommendation - Ik heb een geschreven aanbeveling nodig.
  • I'm a registered dietician. - Ik ben een geregistreerde diëtist.
  • I knew he was lying. - Ik wist dat hij aan het liegen was.
  • He was holding her hand. - Hij was haar hand vasthoudend.